Leen Impe & Dirk Speelman, Vlamingen en hun (tussen)taal: een attittudineel mixed guise-onderzoek. Handelingen LXI (2007).
In dit experimenteel onderzoek zijn taalattitudes ten opzichte van de Vlaamse tussentaal onderzocht. Om recht te doen aan de linguïstische diversiteit in Vlaanderen zijn zowel de standaardvariëteit als de West-Vlaamse, Limburgse en Brabantse tussentaal in het onderzoek betrokken. Het attitudeonderzoek is uitgevoerd aan de hand van een mixed guise-design. In concreto kreeg een groep West-Vlaamse en Limburgse adolescenten vier bandopnames te horen die waren ingesproken in de vier bovenvermelde taalvariëteiten, zonder dat de proefpersonen wisten dat meerdere fragmenten van eenzelfde spreker afkomstig waren. Vervolgens werden ze gevraagd hun mening aan te vinken op enkele vragen die op het eerste gezicht op de persoonseigenschappen van de spreker(s) focusten. Aangezien er echter minder sprekers dan stimulusfragmenten waren, kon de attitude van de informanten ten opzichte van de verschillende taalvariëteiten in plaats van ten opzichte van de sprekers van die variëteiten worden getraceerd. Aan de hand van een principaalcomponentenanalyse zijn tenslotte drie onderliggende variabelen (de statusdimensie, de sociale attractiviteitdimensie en de persoonlijke integriteitdimensie) blootgelegd die de attitudeverschillen bij de verschillende informanten moesten verklaren. Daarbij leverden vooral de variabelen ‘regio’ en ‘geslacht’ significante attitudeverschillen op, respectievelijk een “minority group reaction” en het feit dat vrouwen prestigegevoeliger zijn dan mannen. Tot slot bleken ook de tussentaligheidsgraad en de vlotheidsgraad van het taalmateriaal een niet te onderschatten rol te spelen in de attitudevorming van de Vlamingen.