5 Edward Verhofstadt en Jan Goossens, De Zuid-Nederlandse en de Academie: een dubbelportret
11 Ada Deprez, J.F.J. Heremans en de Zuid-Nederlandse
21 Guy Janssens, De Nederlandse vaktalen in de twintigste eeuw: evolutie, lexicografie, onderzoek, normalisatie
43 Dirk Noël, Filip Devos en Bart Defrancq, Grammatica in vertaalwoordenboeken
63 Vicky Van Den Heede, De dynamiek van de hedendaagse dialecten vanut cognitief-semantisch oogpunt: een verkenning
75 Hans Van De Velde, Heeft het Noorden nog een standaarduitspraak?
93 Johan Verberckmoes, Komische representaties van politieke identiteiten in de Spaanse Nederlanden sinds de opstand 

105 Oskar Wellens, Het onthaal van Dickens in Nederland (1837-1870)
131 Jeanine De Landtsheer, Laevinus Torrentius, auctor et fautor litterarum
149 Bart Keunen, Literaire historiografie vanuit cultuursociologisch perspectief
165 Jo Tollebeek, “Vanuit de aangrenzende kamer”. Over geschiedenis, traditie en geheugen
183 Anke Gilleir, Over fictieve en andere vrouwen of de rol van metafictie in Johanna Schopenhauers “Die vier Jahreszeiten”
201 Antonin Van Elslander, De tekst van de gedichten van de gezusters Loveling 

239 Over de auteurs